Schakelen tussen verschillende systemen
Het menselijk lichaam is een wonder van efficiëntie als het gaat om energieverbruik. Van ons basale metabolisme tot de intensieve energie die nodig is bij een sprint, ons lichaam heeft meerdere systemen om energie te leveren. Maar wanneer ben je een suikerverbrander en wanneer een vetverbrander? En hoe beïnvloeden factoren zoals voeding, ademhaling en training onze energiehuishouding? Deze blog geeft je een uitgebreide, maar toegankelijke uitleg.
Ons lichaam kent verschillende systemen om energie te leveren, afhankelijk van de intensiteit en duur van de activiteit:
Het onderscheid tussen suiker- en vetverbranding is afhankelijk van de intensiteit en duur van je activiteit:
Hoe beter je getraind bent, hoe efficiënter je lichaam vetten kan gebruiken, zelfs bij hogere intensiteiten. Dit wordt ook wel metabole flexibiliteit genoemd.
Bron: Hawley, J.A., & Leckey, J.J. (2015). “Carbohydrate dependence during prolonged, intense endurance exercise.” Sports Medicine.
Een simpele manier om te herkennen of je in de vetverbrandingszone zit, is door naar je ademhaling en inspanningsniveau te kijken:
Als je merkt dat je buiten adem raakt, een zware ademhaling krijgt of voelt dat je snel vermoeid raakt, ben je waarschijnlijk overgestapt naar suikerverbranding. Dit gebeurt vooral in hogere intensiteitszones (zone 3 of 4).
Bron: Tanaka, H., Monahan, K.D., & Seals, D.R. (2001). “Age-predicted maximal heart rate revisited.” Journal of the American College of Cardiology.
Intermittent fasting (IF) is een populaire strategie waarbij je gedurende een bepaalde periode vast. IF kan het energieverbruik en de keuze van brandstof beïnvloeden:
Training op nuchtere maag
Trainen op een nuchtere maag, bijvoorbeeld in de ochtend, stimuleert je lichaam om vetten als brandstof te gebruiken. Dit is vooral effectief bij activiteiten met een lage tot matige intensiteit, zoals zone 1- en 2-training. Functionele krachttraining voor optimale biomechanica of intensieve intervaltraining (zone 4) op een nuchtere maag wordt minder aangeraden, omdat dit je spieren kan belasten bij gebrek aan beschikbare glucose.
Bron: Van Proeyen, K., et al. (2011). “Training in the fasted state improves glucose tolerance during fat-rich diet.” Journal of Physiology.
Hoewel veel mensen proberen af te vallen door middel van sporten en diëten, zien sommigen toch een toename in vetmassa of verliezen ze vet samen met spiermassa. Dit heeft vaak te maken met een disbalans tussen het sympathische en parasympathische zenuwstelsel en hormonale processen.
Sympathisch en parasympathisch zenuwstelsel
Het sympathische zenuwstelsel wordt geactiveerd in stressvolle situaties (vecht- of vluchtreactie). Chronische stress kan leiden tot een verhoogde cortisolproductie, wat de vetopslag bevordert, vooral rondom de buik.
Het parasympathische zenuwstelsel is verantwoordelijk voor herstel en ontspanning. Een gebrekkige activatie van dit systeem kan het herstel vertragen en het energieverbruik negatief beïnvloeden.
Bron: Chrousos, G.P. (2009). “Stress and disorders of the stress system.” Nature Reviews Endocrinology.
Hormonale balans
Hormonale schommelingen, zoals een verhoogd cortisolniveau, kunnen vetopslag bevorderen en spierafbraak versnellen. Daarnaast speelt insuline een cruciale rol. Een constante hoge insulineproductie (bijvoorbeeld door een suikerrijk dieet) kan vetverbranding blokkeren.
Bron: Kahn, S.E., Hull, R.L., & Utzschneider, K.M. (2006). “Mechanisms linking obesity to insulin resistance and type 2 diabetes.” Nature.
Wanneer train je in de vetverbrandingszone?
De vetverbrandingszone ligt meestal in zone 1 of 2, wat overeenkomt met 50-70% van je maximale hartslag. In deze zones gebruikt je lichaam vooral vetten als brandstof. Echter, vet verliezen gaat niet alleen om het trainen in deze zone; het totale energieverbruik en je voedingspatroon spelen een grotere rol.
Bron: Achten, J., & Jeukendrup, A.E. (2004). “Optimizing fat oxidation through exercise and diet.” Nutrition.
Hoe verlies je vetmassa zonder spiermassa te verliezen?
De manier waarop je beweegt, heeft invloed op je energieverbruik. Een efficiënte bewegingspatroon – bijvoorbeeld bij hardlopen – zorgt ervoor dat je minder energie verspilt en langer kunt volhouden.
Zones bij hardlopen
Hardlopen kan worden ingedeeld in verschillende zones, gebaseerd op hartslag:
Energieverbruik in het lichaam is een dynamisch proces dat afhankelijk is van meerdere factoren zoals intensiteit, duur, voeding en ademhaling. Door te begrijpen hoe je lichaam schakelt tussen suiker- en vetverbranding en welke trainingsvormen het meest effectief zijn, kun je je prestaties verbeteren en beter in balans blijven. Intermittent fasting, training op een nuchtere maag, en een optimale biomechanica kunnen allemaal bijdragen aan een efficiëntere energietransitie en een gezonder lichaam.
Terug naar blogs